Vanaf 10 november, tijdens de COP30 in Brazilië, maken tientallen landen nieuwe klimaatafspraken. Daarvoor is veel geld nodig. Maar de meest kwetsbare landen voor klimaatrampen gaan gebukt onder torenhoge schulden. En zolang daar niets aan gebeurt, zijn afspraken gedoemd te mislukken. Katholieke organisaties, waaronder Vastenactie, maken zich tijdens de COP hard voor een rechtvaardig internationaal schuldensysteem.

In 2022 zetten zware moessonregens Pakistan onder water. De schade bedroeg 27,5 miljard euro. In Nederland zijn we goed beschermd tegen dit soort rampen. We hebben bovendien voldoende financiële middelen om schade te herstellen. Pakistan had in december 2023 echter een schuld van meer dan 200 miljard euro, bijna driekwart van het bruto binnenlands product. Herstellen van de schade is daarmee onmogelijk, laat staan investeren in maatregelen om schade een volgende keer te voorkomen of te beperken.

Olifant in de vergaderzaal

Vanaf 10 november komen wereldleiders in Brazilië bijeen om over het klimaat te praten. Tijdens deze COP30 ligt de nadruk op ‘adaptatie’: samenlevingen weerbaar maken tegen de gevolgen van klimaatveranderingen. Maar er staat een flinke olifant in de vergaderzalen: de schuldencrisis in het mondiale Zuiden.

Bijna een op de drie landen zit in een wurggreep van schulden. Volgens de Wereldbank zijn lage-inkomenslanden de afgelopen jaren 75 procent meer gaan uitgeven aan het aflossen van schulden. Negen op de tien meest kwetsbare landen geven nu meer uit aan rente en aflossing dan aan onderwijs, gezondheidszorg of klimaatmaatregelen. Zij vertegenwoordigen samen bijna de helft van de wereldbevolking.

En het klimaat wacht niet. De verwachting is dat extreme weersomstandigheden steeds vaker en heftiger zullen toeslaan. Arme landen hebben volgens de Verenigde Naties tussen de 215 en 387 miljard dollar per jaar nodig om zich daaraan aan te passen. De klimaattop COP29 schatte zelfs dat kwetsbare landen daar jaarlijks minstens duizend miljard dollar voor nodig hebben. 

Lening in plaats van gift

Dat bedrag kunnen landen onmogelijk opbrengen zolang er niets wordt gedaan aan hun immense schuldenlast. Want hoewel tijdens COP29 in Baku is toegezegd dat rijke landen vanaf 2035 zo’n 300 miljard per jaar beschikbaar stellen voor arme landen, is dat niet alleen veel te weinig, maar tegen de beloftes in is een groot deel van het geld geen gift, maar een lening. Landen die nu al gebukt gaan onder oude leningen, raken daarmee dus van de regen in de drup. 

Duidelijk is dat het zo niet verder kan, maar concrete oplossingen blijven uit. Eerdere schuldenkwijtscheldingen brachten geen blijvende verandering, omdat het systeem zelf niet werd hervormd. De kern van het probleem is dat arme landen moeten onderhandelen met rijke financiers die de spelregels bepalen. Daardoor blijven ze gevangen in een vicieuze cirkel van afhankelijkheid en kwetsbaarheid.

Vergelijking met woekerpolisaffaire

Je zou de schuldencrisis in het globale Zuiden kunnen vergelijken met de woekerpolisaffaire in Nederland. Miljoenen mensen bleken vast te zitten aan financiële producten met ondoorzichtige, hoge kosten, hoge risico’s en weinig bescherming. Pas nadat de overheid ingreep, kwam er verandering: er kwamen strengere regels, een zorgplicht voor aanbieders en betere informatie voor consumenten. 

Op internationaal niveau ontbreekt zo’n bescherming nog steeds. Er is geen bindend internationaal systeem dat garandeert dat leningen eerlijk en rechtvaardig zijn en dat arme landen beschermt tegen onmogelijke financiële verplichtingen. Een systeem dat schuldverlichting biedt na een grote klimaatramp en dat subsidies biedt in plaats van leningen. De Verenigde Naties kunnen zo’n systeem opzetten en coördineren. 

Vastenactie en onze collega’s zullen zich in Brazilië hard maken voor een dergelijk systeem. Want zonder systeemverandering zijn de afspraken in Brazilië slechts een papieren tijger. 

Gerelateerde verhalen