Marie-José Degens uit Landgraaf is al dertig jaar vrijwilliger in parochies op het gebied van jeugdwerk en geloof. Zij geeft godsdienstles op scholen en verzorgt ook communie- en vormselvoorbereidingen. In de afgelopen periode heeft ze gewerkt met het nieuwe lesmateriaal. We vroegen naar haar ervaringen.
Marie-José Degens
Kun je eerst iets vertellen over je achtergrond?
“Ik heb onder meer dertien jaar gewerkt als leerkracht op een basisschool en als jeugdwerker bij het bisdom Roermond. Met het Missiebureau Roermond heb ik goede contacten. Hoewel ik het werk daar geweldig vond om te doen, nam ik na zes jaar ontslag. Ik zag dat er in de parochies veel hulp nodig was. Ik wilde daar onder andere communie- en vormselvoorbereidingen doen en godsdienstlessen geven in alle groepen. En diaconale projecten met de kinderen organiseren.”
Hoe kwam je in contact met scholen?
“Een aantal priesters vroeg mij of ik kinderen wilde voorbereiden voor Communie en Vormsel. Via via kwamen er meer scholen. Op andere scholen ben ik zelf afgestapt. De reacties waren altijd positief, misschien ook deels omdat ik zelf leerkracht ben. Mijn week liep snel vol, inmiddels geef ik op vijftien scholen les in Communie en Vormsel, waaronder twee openbare scholen. Daar kunnen de kinderen kiezen voor deze lessen. En op vier van de scholen verzorg ik het hele jaar door godsdienstlessen. Elke keer als een van deze scholen een nieuwe directeur krijgt, ga ik weer het gesprek aan, want ik vind het belangrijk dat deze lessen blijven doorgaan.”
Wat vind je van het nieuwe lesmateriaal?
“De lessen hebben een goede opbouw en sluiten mooi aan bij mijn eigen communie- en vormselmethode. De verhalen spreken de kinderen aan en de activiteiten leiden tot mooie gesprekken, bijvoorbeeld over de negen eigenschappen, zoals liefde, vriendelijkheid, trouw en vreugde in de vormsel les. Omzien naar elkaar is altijd een belangrijk thema in mijn lessen. De link naar de goede doelen van Vastenactie volgt daar logisch op.”
Welke onderdelen en werkvormen spreken je aan?
“In ‘Feest om te geven’ reageerden de kinderen spontaan en betrokken op het verhaal van Jacobus. Ook het verhaal van Koning Royaal vonden ze mooi. Het zette ze aan het denken en ze begrepen goed waar het om gaat. De activiteit van de blokjes maakt zichtbaar wat het betekent als iedereen een steentje bijdraagt.
‘Laat zien wat je gelooft’ vind ik een mooi uitgangspunt voor de vormsellessen. De opdrachten zetten de kinderen aan het denken en laten ze beseffen dat het vormsel je van binnenuit verandert. Ik vertel de kinderen altijd dat het vormsel hen de kracht geeft hun talenten te ontwikkelen.
Deze les vult dat aan met ‘goede dingen doen voor anderen’. Dat sluit aan bij de werken van Barmhartigheid. Tevens organiseer ik met de vormelingen altijd diaconale projecten, zoals activiteiten bij zorgcentra in de buurt. Ze doen dan bijvoorbeeld spelletjes met de bewoners en hebben soms hele gesprekken. Zowel de kinderen als de ouderen zijn daar enthousiast over. Zo leren de kinderen spelenderwijs dat het leuk is iets voor een ander te doen.”